Op de basisschool had ik een vriendinnetje.
Of nou ja… een klasgenootje.
We speelden één keer bij elkaar, ik bij haar. Op zolder. En ik moest plassen.
Geen idee wat voor machtsspel zij speelde, maar ze zei ineens dat ik niet naar de w.c. mocht.
En dat als ik toch zou gaan, ik dan meteen naar huis moest.
Dus ik ging. Het voelde als een heel duidelijke grens.
Mijn eigen grenzen respecteren
Fast forward naar mezelf in mijn volwassen leven.
Ik ben aan het werk en ik moet plassen.
“Ik maak dit nog even af”, denk ik bij mezelf.
Ik blijf zitten, ik hou het wel even op.
Of eind van de dag, ik voel mijn vermoeidheid maar stop niet met werken.
Hetzelfde als ik in huis bezig ben… een vol hoofd, maar ik ga nog even door.
Als je nu stopt… heb je gefaald. “Je zou zoveel doen vandaag en kijk nu”.
Foto van Mark Denton via Unsplash.
Het machtsspel van ons eigen kritisch verstand
En wat zegt dat stemmetje in je hoofd eigenlijk…. “Je mag niet eerder doen wat jij wil, dan dat je voldaan hebt aan mijn eisen”.
Waarbij die eisen vaag, maar wel onhaalbaar hoog (althans die in mijn kritisch verstand) zijn.
Mijn kritisch verstand laat me over mijn eigen grenzen gaan.
Steeds weer.
Tenzij ik het herken. Benoem. En eruit stap.
Zoals bij dat vriendinnetje vroeger .
“Ja doei, hier doe ik niet aan mee.”
Ik ga thuis plassen, en doen wat ík wil.
Meer blogs lezen?
Ik heb nog meer blogs geschreven: